Waarom bedroeft geluk mij zo
kan ik het niet met gulzige
teugen drinken en put ik
vertroosting uit de woorden:
Dit zal wel niet lang duren.
Als ik jullie een kus breng
voor de nacht denk ik
dat het afscheid is.
Voel ik mij intens een Judas
en koester al het gemis.