Aan de oever ziet U hoe het water
de zwarte kolk vult, de negatieve spiraal.
Het is alsof duizenden handen U willen grijpen
maar de vingers zijn te koud voor kracht.
U reikt Uw warmte dat water doet splitsen
maar de handen voelen het niet.
Het is alsof Uw kracht verstomt in
de worsteling van een drenkeling.
Later zal U hem vragen:
“waarom greep je niet.”
Hij zal U verontwaardigd zeggen:
“Omdat ik verdronk in mijn eigen verdriet.”