Aan de rand van het veld imiteerden
populieren samen met de wind
een ruisende beek.
Een reiger stond zich te bewonderen en
kon in de spiegel van rimpelloos water
geen oneffenheid ontdekken.
Ik liep langs het pad van slechts
platgetrapt gras en wist dat met
mijn aanwezigheid de serene rust
doorbroken zou worden.
Hier heb ik in mijn jeugd ieder
seizoen een andere dans zien walsen.
Maar nu ik weer langs het meer loop
is de reiger weggevlogen en
het water in de tijd gekreukt.
Ik besluit de grote grijze vogel te volgen
richting de stad.