Toen de deur kreunend de inbreuk aankondigde
en de koude wind even de warmte kon verdrijven.
Toen was de stilte voorgoed verstoord door de
onhoorbaar schreeuwende angst
van het vergankelijke lichaam.
En als de aarde de kleuren heeft uitgedaan
om een bad te nemen in zwart en grijs
gaan de dagen een verbond aan met de nacht
en zal het een vroege winter zijn.
Zal ik de lampen vullen met olie
de kruiken met water en vragen om wijn.
Of zal ik vertrouwen en
hopen dat er morgen sneeuw zal zijn.