OpenDoors

Eens in de zoveel tijd krijg ik een folder van OpenDoors in de bus. Meestal kijk ik het vluchtig door en gooi het blaadje dan snel bij het oud papier. Ik kan er niets mee. Het blad bestaat uit een opsomming van ellende die Christenen in de wereld moeten ondergaan omdat ze Christen zijn. Het zelfde lot dat Joden ondergaan hebben omdat ze joods zijn, zigeuners omdat ze zigeuner zijn, negers omdat ze zwart zijn, homo’s omdat ze leuk zijn en Inca’s omdat ze er niet meer zijn.

Volgens OpenDoors word ik geacht voor de eerder genoemde groep medechristenen te bidden of een kaartje te sturen en als ik optimaal wil bijdragen moet ik er zelfs heen gaan om hun een hart onder de riem te steken. Laat ik nu uit de artikelen de indruk hebben gekregen dat deze mensen in levensgevaarlijke situaties zitten en bijna dagelijks met de dood bedreigd worden vanwege het feit dat ze Christen zijn. Niet de groep mensen waar je onverwachts op de stoep wil staan. Zo van: “Hallo hier ben ik, heeft u nog een kopje koffie voor me, voor ik heenga?”
Maar om deze mensen dan maar een kaartje te gaan sturen vind ik ook een ietwat lullig gebaar. Dus rest mij niets anders dan bidden of…. Jawel hoor: geld storten.

Ergens heb ik het gevoel dat ik me van mijn beste kant moet laten zien en een bedrag moet overmaken, al was het maar als investering. Nederland zou best wel binnen een paar jaargangen van het OpenDoors magazine het hoofdartikel kunnen zijn. Sinds 2010 is Nederland mondiaal gezien koploper in de ontkerkelijking en als Christen behoor je in dit land al fors tot een minderheid. Maar het idee dat ik over een paar jaar waar voor mijn geld zal krijgen lijkt me toch iets overdreven en zeker niet een gegronde motivatie voor een donatie.

Dus blijft het bidden over, maar ik twijfel over het effect van bidden al sinds het verhaal van de boerenzoon die op een dag op schoolkamp zou gaan. Het land van zijn vader was gortdroog en de oogst stond op het punt te mislukken en terwijl de jongen bad of het mooie weer nog een week kon aanhouden smeekte zijn vader de Heer om regen.

Tja, het leven van een Christen in deze wereld is niet makkelijk om maar eens een OpenDoor in te trappen. Tijd om maar weer eens terug naar de basis terug te gaan. Ik gooi alsnog het blaadje bij het oud papier en pak de draad van mijn boek, met de titel “De fundamentele betekenis van de opstanding”, weer op.